Veiligheidskeuring GVB Amsterdam
NOA tests onderdeel van psychologische veiligheidskeuring
Veranderde wetgeving met betrekking tot het lokaal spoor, eind 2015, verplicht de stadsvervoersbedrijven om het rijdend personeel van tram en metro periodiek te laten keuren. Voor buschauffeurs bestond een periodieke keuring al, voor tram- en metrobestuurders is het nieuw. Bovendien betreft het niet alleen een medische keuring maar ook een psychologische keuring. Bij de psychologische keuring wordt gebruikt gemaakt van tests van NOA.
De stadsvervoerbedrijven van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en hun opdrachtgevers kozen voor een gezamenlijke aanpak: één type keuring met dezelfde testaanbieders. “Belangrijk uitgangspunt was dat de medewerkers van alle vier de vervoerbedrijven op dezelfde wijze gekeurd worden. Om die reden is ook bepaald welke tests bij de keuring gebruikt moeten worden”, zegt Hanneke Schimmelpennink, arbeids- en organisatiepsycholoog en adviseur bij GVB in Amsterdam. “Op het hoofdspoor werden dergelijke psychologische veiligheidskeuringen al uitgevoerd. Daar staat wel vast welke psychologische eigenschappen en vaardigheden tijdens de keuring beoordeeld moeten worden maar niet met behulp van welke tests deze gemeten moeten worden. Hierdoor kan er verschil ontstaan tussen de uitkomsten van de testbureaus. Dat wilden wij niet.”
Onderdeel van de testbatterij zijn vanzelfsprekend tests die de aandachtfuncties meten zoals reactievermogen en verlengde aandacht. Maar ook cognitieve vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken als verantwoordelijkheidsgevoel en emotionele stabiliteit hebben invloed op veiligheid. Schimmelpennink: “Er is gekozen voor de persoonlijkheidsvragenlijst, de Big Six en de capaciteitentests van NOA. Wat ons aanspreekt in NOA is de wetenschappelijke basis. Maar wat de doorslag gaf is dat de tests van NOA cultuurfair zijn. Voor alle vervoersbedrijven is dat belangrijk gezien de samenstelling van het personeel.”
Het team met alle betrokkenen: vervoersbedrijven, testbureaus en testuitgevers waaronder NOA overleggen circa twee keer per jaar over hoe het gaat en wat er beter kan. Schimmelpennink: “Fijn dat NOA in dit hele proces met ons meedenkt. Zo heeft NOA een eigen WLS normgroep voor ons ontwikkeld. Leuk om te zien dat onze medewerkers gezien het opleidingsniveau relatief hoog scoren op de capaciteitentest.”
“Mijn beeld is dat de meeste medewerkers zich meer druk maken over de tests die de aandachtfuncties meten zoals reactievermogen en minder over de tests van NOA”, zegt Schimmelpennink. “Over het algemeen vinden de medewerkers de NOA tests wel leuk om te maken. Men vindt het ook leuk om te weten hoe men scoort op de capaciteitentest.
Wanneer een medewerker de keuring niet haalt bestaat de mogelijkheid tot een herkeuring. We gaan dan na wat daar de oorzaak van kan zijn. Mogelijk heeft hij de instructie toch niet goed begrepen. Of zijn er oorzaken in de privé situatie. Dan kunnen we daar begeleiding op inzetten.”
In eerste instantie bestond bij de medewerkers enige weerstand tegen de psychologische keuring. “Dat kwam vooral omdat het nieuw was en men bang was voor eventueel niet aan de eisen te voldoen. Maar het is een wettelijke verplichting dus onvermijdelijk. Inmiddels zijn de medewerkers hier wel aan gewend geraakt. Bij GVB staat veiligheid hoog in het vaandel en de wettelijk verplichte veiligheidskeuring sluit daar mooi op aan.”