Selectie of loting?
Na het eerder afschaffen van de loting in 2017 wordt er sinds enige tijd weer gesproken over de mogelijkheid om loting opnieuw toe te staan als selectiemethode voor opleidingen met een numerus fixus. In de media komen verschillende argumenten voorbij voor het herinvoeren van loting, bijvoorbeeld dat dit eerlijker zou zijn. Is dat ook altijd zo? Wat kunnen we zeggen over de voor- en nadelen van selectie en loting?
De wetenschappelijke inzichten over de voordelen van selectie ten opzichte van loting zijn niet eenduidig. Het is hierbij van belang te realiseren dat de manieren waarop selectie wordt ingevuld zeer divers zijn, terwijl loting overal op dezelfde manier wordt uitgevoerd. Dat lijkt de keuze voor loting te vergemakkelijken. Selectie kan inderdaad een ingewikkeld proces zijn, maar heeft ook een aantal voordelen. Uit promotieonderzoek van Sanne Schreurs blijkt bijvoorbeeld dat de selectie bij Geneeskunde bij Maastricht University voorspellend en kostenbesparend is en minderheden niet benadeelt[1]. Hieronder beschrijven wij wat NOA verstaat onder een goede selectie.
Een goede selectie
1. De beste student?
De onderliggende gedachte van selectie is dat je de ‘beste’ student selecteert voor de beperkte plekken die er zijn. Echter, wat wordt verstaan onder ‘beste’ kan een breed begrip zijn. Is het de student die het beste kan studeren? Is het de student die het goed doet en weinig vertraging oploopt? Of is het de student die uiteindelijk de beste beroepsbeoefenaar wordt? Als duidelijk is wat de ‘beste’ precies is, dan is het belangrijk om je te realiseren dat dit hoogstwaarschijnlijk niet één profiel is. Zeker niet als daar ook verschillende afstudeerrichtingen binnen één studie bij worden meegenomen. Een chirurg heeft uiteindelijk, in ieder geval gedeeltelijk, andere competenties nodig dan een psychiater.
Bij de Geneeskunde selectie van Maastricht University wordt er bijvoorbeeld gekeken naar het gewenste eindniveau van artsen en hier wordt op geselecteerd. Er wordt dus niet gekeken naar de kenmerken van een goede student, maar naar de kenmerken van een goede arts. Zij selecteren op zeven competenties, waaronder professioneel gedrag, samenwerking en communicatie, naast de eindcijfers van de middelbare school. Op deze vlakken onderscheiden goede artsen zich; niet alleen op goede vakkennis.
- Advies NOA: Ontwerp een duidelijk profiel van de studenten die men wil selecteren. Kennis over welke kenmerken/eigenschappen een goede student/beroepsbeoefenaar onderscheiden van een minder succesvolle student/beroepsbeoefenaar is daarbij van belang. Dit komt terug in de keuze van de onderdelen van de selectie én de weging die wordt gebruikt om een selectie te maken.
2. Betrouwbare testinstrumenten
Het vertrekpunt daarna moet zijn dat er gebruik wordt gemaakt van betrouwbare en valide instrumenten en beoordelingsprotocollen. Dit leidt tot een objectieve en gestandaardiseerde beoordeling van verschillende eigenschappen van een student. Iedere student wordt dus op dezelfde manier beoordeeld op vooraf bepaalde criteria. Dit is een van de grootste voordelen van het inzetten van een selectie. Dit biedt ook kansen aan studenten waarvan de middelbare schoolcijfers een onderschatting zijn van hun capaciteiten. Naast cognitieve aspecten kunnen ook zachtere aspecten als persoonlijkheid en motivatie meegewogen worden.
- Advies NOA: Gebruik betrouwbare, valide en wetenschappelijk onderbouwde instrumenten en methoden. Motivatiebrieven en ongestructureerde interviews inzetten als selectie instrument zijn om die reden niet aan te raden. De informatie die studenten op die manier aanleveren kan verschillen door factoren die niets met bijvoorbeeld motivatie voor de studie te maken hebben, en bij de beoordeling bestaat een groot risico van subjectiviteit[2].
3. Voorkom voorbereiding van de student
Ook is het aan te raden om selectie instrumenten te gebruiken waarop weinig voorbereiding van de student mogelijk is. Als voorbeeld wordt vaak genoemd dat er vooral één type student, dat zich zeer goed voorbereidt op de selectie, wordt geselecteerd. Hiermee wordt ook voorkomen dat een beter netwerk of meer financiële middelen de kansen op selectie vergroten. Bijvoorbeeld door extra bijles, training voor selectietoetsen, extra vrije tijd om aan een goed cv te werken of hulp bij het schrijven van motivatiebrieven.
- Advies NOA: Neem een combinatie van meer algemene onderdelen (bijvoorbeeld capaciteiten, persoonlijkheid) en meer studie-/vakspecifieke onderdelen (vaktoets, opdracht, situational judgement test) op in de selectie. Gebruik bijvoorbeeld ‘Worksamples’ (een simulatie van een deel van het toekomstige werk) zodat de student ook een beeld krijgt van de studie en het toekomstige werk. De betrouwbare, valide en wetenschappelijk onderbouwde instrumenten en methoden genoemd onder punt 2 hebben als voordeel dat sociale wenselijkheid en testvoorbereiding gedeeltelijk ondervangen of voorkomen kunnen worden. Deze testinstrumenten kunnen aangevuld worden met testen die meer studie-/vakspecifieke onderdelen en vaardigheden meten. Kijk kritisch naar kennistoetsen als die gebruikt worden. Is een goede voorbereiding van invloed op de resultaten, en is dit wenselijk? Is iedere deelnemer in staat zich zonder extra hulp even goed in staat om zich voor te bereiden?
4. Aandacht voor diversiteit
Selectie kan ertoe leiden dat de studentenpopulatie voor een opleiding minder divers wordt, dan deze zou zijn zonder selectie. Dat is iets dat niet wenselijk is en niet past bij de opdracht van het onderwijs. Het grootste punt van kritiek op selectie is dat dit nadelig kan werken voor bepaalde groepen. Bij ongewogen loting heeft iedereen evenveel kans om toegelaten te worden en zou dit probleem niet spelen.
Bij selectie is het daarom van belang hier rekening mee te houden. Dit begint al vóór de selectie bij de werving voor de opleiding en de informatie die de opleiding verstrekt. Er is kans op zelfselectie omdat kandidaten denken dat ze toch geen kans maken en zich daarom niet aanmelden voor de studie. Bij de selectie zelf kan er rekening worden gehouden met diversiteit door de keuze van onderdelen/instrumenten die worden opgenomen in de selectie. Kies die onderdelen/instrumenten waarvan is onderzocht of deze ongewenst onderscheid maken tussen verschillende groepen (bias). Bij tests en vragenlijsten van NOA wordt hiermee al tijdens de ontwikkeling rekening gehouden en worden, indien nodig instrumenten aangepast. Daarnaast is de weging van de resultaten op de onderdelen van de selectie van belang. Hoe worden de resultaten van de verschillende onderdelen gewogen om tot een rangordening te komen?
- Advies NOA: Besteed voor en tijdens de selectie aandacht aan diversiteit. Kijk kritisch naar de aanmeldingen en naar de instrumenten die ingezet worden. Zijn deze vrij van bias? Ook bij de weging kan er rekening worden gehouden met diversiteit, bijvoorbeeld door middel van quota waarbij plekken worden vrijgehouden voor de beste studenten van een specifieke groep.
Wanneer loting weer wordt toegestaan, dan zou er ook gekozen kunnen worden voor een combinatie van selectie en loting. De selectie zou in dat geval gebruikt kunnen worden om de beste kandidaten een plaats aan te bieden en om de minst geschikte kandidaten meteen af te wijzen. Loting zou dan gebruikt kunnen worden om te bepalen welke kandidaten het beperkte aantal overgebleven plaatsen aangeboden krijgen.
Na de selectie
Na de selectie bieden de resultaten van de kandidaten een schat aan informatie die nu nog vaak ongebruikt blijft liggen.
Ten eerste bieden de resultaten van de selectie aanknopingspunten voor (studieloopbaan)begeleiding. Bij aanvang van de studie hebben de student en de opleiding beiden een beeld van wat goed gaat en wat mogelijk extra aandacht nodig heeft. De resultaten op de verschillende onderdelen van de selectie kunnen een uitstekend startpunt vormen voor mentorgesprekken aan het begin van de studie en tijdens voortgangsgesprekken.
Ten tweede vormen de resultaten een startpunt voor een evaluatie van de selectie zelf. Worden de studenten geselecteerd die men zoekt? Vragen over aanmeldingen versus geselecteerden op het gebied van capaciteiten, kenmerken en diversiteit, bijvoorbeeld, kunnen met behulp van de data van de selectie beantwoord worden. De kosten van de selectie bij Maastricht University die we hierboven al noemden worden bijvoorbeeld binnen twee jaar terugverdiend omdat studenten minder vaak uitvallen.
Ook later in het eerste en volgende studiejaar kunnen de resultaten van de kandidaten op de selectie instrumenten in relatie tot de studieresultaten nog van waarde zijn. Hoe doen de studenten het bijvoorbeeld op de aspecten waarop de selectie is samengesteld? Klopt het profiel wat aan het begin van de selectie is opgesteld (zie punt 1) nog wel?
Met dit artikel hebben wij geprobeerd een beeld te geven van de aspecten die komen kijken bij het inrichten van een verantwoorde selectieprocedure. Heeft u vragen en/of wilt u verder praten over de mogelijkheden, neem dan gerust contact op met Corine Sonke, 020-5040800 of mail naar info@noa-vu.nl.
[1] https://www.observantonline.nl/Home/Artikelen/articleType/ArticleView/articleId/17989/Manier-van-selecteren-in-Maastricht-werkt-wel
- https://bmcmededuc.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12909-018-1316-x
[2] Een MMI, een gestandaardiseerd interview en beoordelingsprotocol is een voorbeeld van hoe standaardisatie mogelijk is als toch gekozen wordt voor interviews.