Beschrijving NOA competenties
NOA Competentiesysteem
Hieronder volgt eerst een lijst met alle competenties die met de Competentietest (CT) kunnen worden gemeten. Vervolgens volgt een beschrijving van de verschillende competenties.
Nr. |
Competentie |
Competentiecluster |
1 |
Analyseren |
Analyseren en ontwikkelen |
2 |
Inventiviteit |
Analyseren en ontwikkelen |
3 |
Onderzoeken |
Analyseren en ontwikkelen |
4 |
Visie ontwikkeling |
Analyseren en ontwikkelen |
5 |
Mondeling communiceren |
Communiceren |
6 |
Schriftelijk communiceren |
Communiceren |
7 |
Samenwerken |
Communiceren |
8 |
Contactgerichtheid |
Communiceren |
9 |
Sensitiviteit |
Communiceren |
10 |
Overtuigingskracht |
Communiceren |
11 |
Klantgerichtheid |
Communiceren |
12 |
Omgaan met diversiteit |
Communiceren |
13 |
Reflecteren |
Evalueren |
14 |
Kwaliteitsgerichtheid |
Evalueren |
15 |
Voortgangscontrole |
Evalueren |
16 |
Stimuleren en motiveren |
Leidinggeven |
17 |
Coachen |
Leidinggeven |
18 |
Besluitvaardigheid |
Leidinggeven |
19 |
Delegeren |
Leidinggeven |
20 |
Sturen op resultaat |
Leidinggeven |
21 |
Ondernemen |
Leidinggeven |
22 |
Plannen en organiseren |
Realiseren |
23 |
Nauwkeurigheid |
Realiseren |
24 |
Resultaatgerichtheid |
Realiseren |
25 |
Doorzettingsvermogen |
Realiseren |
26 |
Vakdeskundigheid |
Realiseren |
27 |
Materiaalgebruik |
Realiseren |
28 |
Instructies opvolgen |
Realiseren |
29 |
Zakelijk handelen |
Realiseren |
30 |
Flexibiliteit |
Persoonlijke competenties |
31 |
Initiatief nemen |
Persoonlijke competenties |
32 |
Gedrevenheid |
Persoonlijke competenties |
33 |
Stressbestendigheid |
Persoonlijke competenties |
34 |
Integriteit |
Persoonlijke competenties |
35 |
Sturen van eigen ontwikkeling |
Persoonlijke competenties |
36 |
Organisatiesensitiviteit |
Persoonlijke competenties |
37 |
Maatschappelijk verantwoord handelen |
Persoonlijke competenties |
38 |
Problemen aanpakken |
Coping |
39 |
Steun zoeken |
Coping |
40 |
Problemen vermijden |
Coping |
41 |
Positieve instelling |
Coping |
Cluster: Analyseren en ontwikkelen
Analyseren
Deze competentie zegt iets over uw vaardigheid om overzicht te krijgen over informatie en deze te begrijpen. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: "Bij een grote hoeveelheid informatie zie ik snel in wat belangrijk is".
Inventiviteit
Deze competentie zegt iets over het vermogen om origineel te zijn en nieuwe oplossingen te bedenken. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: “Mijn ideeën zijn origineel”.
Onderzoeken
Deze competentie zegt iets over de manier waarop u informatie over een probleem verzamelt en hoe u het probleem benadert. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: “Bij een probleem zoek ik eerst uit wat de oorzaak is”.
Visie ontwikkeling
Deze competentie zegt iets over het vermogen afstand te nemen van de dagelijkse praktijk en of u gericht bent op lange termijn doelen. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: "Bij het oplossen van actuele vraagstukken houd ik rekening met effecten op de lange termijn".
Cluster: Communiceren
Mondeling communiceren
Deze competentie beschrijft of u ideeën en informatie op een duidelijke en begrijpelijke manier aan anderen kunt overbrengen, hierbij rekening houdend met het begrips- en kennisniveau van de gesprekspartner(s). Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is "Ik vertel op een duidelijke en samenhangende manier".
Schriftelijk communiceren
Deze competentie zegt iets over uw vaardigheid om op een heldere en begrijpelijke manier te schrijven, hierbij rekening houdend met het begrips- en kennisniveau van de lezer(s). Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: "Ik zorg ervoor dat de teksten die ik schrijf een goede structuur hebben".
Samenwerken
Deze competentie geeft aan in u hoeverre u bijdraagt aan gezamenlijke resultaten op het niveau van een team of groep, ook als dit niet direct van persoonlijk belang is. Een voorbeeld vraag van deze competentie is: "In groepen werk ik actief mee".
Contactgerichtheid
Deze competentie geeft aan in hoeverre u gericht bent op het aangaan en onderhouden van (professionele) relaties. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: "Ik begin gemakkelijk een gesprek met een onbekende".
Sensitiviteit
Deze competenties zegt iets over in hoeverre u belangrijke behoeften van anderen waarneemt en hierop reageert. Een voorbeeld van een vraag die past bij deze competentie is: "Ik leef mij in de gevoelens van anderen in".
Overtuigingskracht
Deze competentie beschrijft in hoeverre u anderen weet te overtuigen door middel van goede argumenten en of u uw methode/tactiek aan de persoon en situatie aanpast. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: "Ik weet op welk moment ik een bepaald argument het beste kan inbrengen".
Klantgerichtheid
Deze competentie geeft aan in hoeverre u de wensen en behoeften van de klant onderzoekt en hiernaar handelt. Een voorbeeldvraag van deze competentie is "Ik ga actief na of aan wensen en behoeften van de klant/opdrachtgever is voldaan".
Omgaan met diversiteit
Deze competentie geeft aan of u kunt omgaan met mensen met verschillende achtergronden. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: "Ik verplaats mij in personen met verschillende achtergronden of ideeën om hen beter te kunnen begrijpen".
Cluster: Evalueren
Reflecteren
Deze competentie geeft aan in hoeverre u in staat bent na te denken over uw eigen gedrag, behaalde resultaten en prestaties. Ook geeft het aan in welke mate u bereid bent om zaken anders aan te pakken. Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: "Feedback van anderen gebruik ik om mijn gedrag of werkwijze aan te passen".
Kwaliteitsgerichtheid
Deze competentie zegt iets over uw gerichtheid op het leveren van een goede kwaliteit door middel van het controleren en verbeteren van de kwaliteit van uw werk. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Ik zorg ervoor dat de kwaliteit van wat ik lever goed is, ook al kost dat meer tijd".
Voortgangscontrole
Deze competentie zegt iets over in hoeverre u actief de voortgang van activiteiten of taken bewaakt en controleert. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Wanneer er knelpunten ontstaan in een planning, signaleer ik die tijdig".
Cluster: Leidinggeven
Stimuleren en motiveren
Deze competentie geeft aan in hoeverre u anderen enthousiasmeert en het goede voorbeeld geeft. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Door mijn aanpak worden anderen enthousiast".
Coachen
Deze competentie zegt iets over uw vaardigheid anderen te stimuleren en begeleiden om hun persoonlijke kwaliteiten optimaal in te zetten voor het uitvoeren van hun taken. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Ik motiveer de mensen waarmee ik samenwerk om hun doelen te bereiken".
Besluitvaardigheid
Deze competentie geeft aan in hoeverre u in staat bent zelfstandig beslissingen te nemen, ook wanneer de omstandigheden minder gunstig zijn. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Ik kan onder grote tijdsdruk beslissingen nemen".
Delegeren
Deze competentie beschrijft het kunnen overdragen van taken en/of verantwoordelijkheden. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Ik kan goed taken loslaten als ik deze heb overgedragen".
Sturen op resultaat
Deze competentie geeft aan in hoeverre u richting en sturing geeft aan medewerkers of een projectgroep om doelstellingen te realiseren. Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: "Ik spreek duidelijke verwachtingen uit over het te bereiken resultaat".
Ondernemen
Deze competentie zegt iets over in hoeverre u kansen en mogelijkheden signaleert, hiernaar handelt en risico's durft te nemen. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Wanneer ik kansen zie, durf ik risico’s te nemen ".
Cluster: Realiseren
Plannen en organiseren
Deze competentie geeft aan in hoeverre u werkzaamheden overziet en organiseert, evenals daar doelen en prioriteiten in stelt. Een voorbeeld van deze competentie is: "Ik haal deadlines door gestructureerd en planmatig te werken".
Nauwkeurigheid
Deze competentie meet in hoeverre u met zorg en aandacht werkt. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Voordat ik mijn werk aflever, controleer ik of ik geen fouten heb gemaakt".
Resultaatgerichtheid
Deze competentie geeft aan of uw handelingen en besluiten zich richten op het daadwerkelijk realiseren van resultaten en doelstellingen. Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: "Bij de start van taken of een project stel ik meetbare doelstellingen op".
Doorzettingsvermogen
Deze competentie meet in hoeverre u, ook bij tegenslag, volhoudt om uw doel te bereiken. Een voorbeeld van een vraag kan zijn: "Ook al zie ik geen resultaten, ik blijf doorgaan om het doel te bereiken".
Vakdeskundigheid
Deze competentie meet hoe u vakkennis en vaardigheden toepast in uw werk. Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: “Wat ik heb geleerd probeer ik in mijn werk te gebruiken”.
Materiaalgebruik
Deze competentie geeft aan hoe u materiaal en middelen gebruikt bij de uitvoering van uw werk. Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: “Van tevoren bedenk ik welke materialen en middelen ik nodig heb”.
Instructies opvolgen
Deze competentie beschrijft hoe u bij de uitvoering van uw werk omgaat met richtlijnen en procedures. Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: “Ik houd mij aan de geldende regels en procedures”.
Zakelijk handelen
Deze competentie geeft aan of u bij de uitvoering van uw werk rekening houdt met de financiële en zakelijke gevolgen van uw werkzaamheden. Een voorbeeld van een vraag bij deze competentie is: “Ik ben goed op de hoogte van de uitgaven en opbrengsten binnen de organisatie”.
Cluster: Persoonlijke competenties
Flexibiliteit
Deze competentie zegt iets over het vermogen u open te stellen voor nieuwe informatie en u aan te passen aan nieuwe situaties. Een voorbeeldvraag die hoort bij deze competentie is: "Ik pas mijn manier van benaderen aan de persoon en situatie aan".
Initiatief nemen
Deze competentie zegt iets over de mate waarin u uit uzelf actie onderneemt zonder dat u aangespoord hoeft te worden door anderen. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: “Ik doe dingen zonder dat mij dat verteld hoeft te worden”.
Gedrevenheid
Deze competentie zegt iets over in hoeverre u uitdagingen aangaat, verantwoordelijkheid naar u toe trekt en succesvol wil zijn. Een voorbeeld van een vraag is: "Ik toon ambitie om door te groeien".
Stressbestendigheid
Deze competentie meet in hoeverre u kunt omgaan met (tijds)druk en spanning en of u effectief blijft functioneren onder deze omstandigheden. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Ook als het tegenzit blijf ik goed presteren".
Integriteit
Deze competentie zegt iets over in hoeverre u betrouwbaar en oprecht bent en in welke mate u handelt naar algemeen geaccepteerde normen en waarden. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Ik geef mijn eigen fouten toe en schuif de schuld niet op anderen".
Sturen van eigen ontwikkeling
Deze competentie beschrijft in hoeverre u bezig bent met uw eigen ontwikkeling en in welke mate u daar initiatief in neemt. Een voorbeeld van een vraag is: "Ik stel mijzelf concrete doelen om mij verder te ontwikkelen".
Organisatiesensitiviteit
Deze competentie geeft aan in hoeverre u rekening houdt met de (informele) structuur en doelen van de organisatie en uw eigen invloed hierop kent. Daarnaast geeft het aan in welke mate u actief meedenkt met de organisatie. Een voorbeeld van een vraag is: "In mijn werk houd ik rekening met de belangen en doelen van de organisatie".
Maatschappelijk verantwoord handelen
Deze competentie geeft aan in hoeverre u rekening houdt met brede maatschappelijke doelen en belangen en met de effecten die het eigen handelen en de eigen organisatie/producten hierop hebben. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Ik voel me betrokken bij organisaties die rekening houden met maatschappij en milieu".
Cluster: Coping (omgaan met problemen en ingrijpende gebeurtenissen)
Problemen aanpakken
Deze competentie richt zich op het actief aanpakken van problemen en de confrontatie met problemen durven aangaan. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is:
“Ik handel direct als er problemen zijn”.
Steun zoeken
Deze competentie richt zich op het durven delen van zorgen met anderen en anderen om steun vragen. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is:
”Ik bespreek mijn problemen met vrienden”.
Problemen vermijden
Deze competentie richt zich op een afwachtende copingstijl. Het uit de weg gaan van moeilijke situaties en problemen. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: “Gesprekken over een probleem stel ik uit”.
Positieve instelling
Deze competentie richt zich op positief blijven bij het benaderen van problemen. Niet piekeren en helemaal in beslag worden genomen door het probleem. Een lage score duidt op een depressief reactiepatroon. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: “Na een vervelende gebeurtenis blijf ik daar over piekeren”.