Hoe gaat het met onze mbo studenten?
Nu het onderwijs al langere tijd maar gedeeltelijk open kan zijn, is het voor opleidingen meer dan ooit belangrijk om te weten hoe het met hun studenten gaat. Contacten met de leerlingen en hun ouders zijn minder frequent en minder intensief dan anders en dat maakt het volgen van de studenten moeilijk. Daarom ontwikkelde NOA voor mbo-opleidingen de Studievoortgangsmeter, een instrument om een beter inzicht te krijgen in de situatie van de studenten tijdens hun opleiding.
Drenthe College heeft net een pilot met de Studievoortgangsmeter achter de rug en zowel de studenten als de schoolleiding zijn enthousiast. “Wij vinden het belangrijk om te weten hoe het met onze leerlingen gaat”, zegt Karin Stoffers, LOB’er bij Drenthe College. “Niet alleen om studie-uitval te voorkomen, maar ook omdat we een zorgplicht hebben naar onze leerlingen. En die gaat verder dan voorkomen dat ze van de radar verdwijnen.” Op Drenthe College begint die zorg al bij het begin van de opleiding. Dan nemen de studenten de Startmeter van NOA af, een intakemeting die een goed beeld geeft van hun uitgangspositie. “Maar ook later, als ze een tijdje bezig zijn, wil je weten hoe het met ze gaat, zeker nu je ze niet allemaal meer dagelijks kunt zien. Is de student op zijn plek bij de gekozen opleiding? Is er studieondersteuning nodig? Zijn er misschien problemen thuis? De Studievoortgangsmeter kan dat ophelderen en een goede basis zijn voor het gesprek van onze LOB’ers met de leerling.”
“Een belangrijk doel van de Studievoortgangsmeter is het monitoren van de studievoortgang en het welzijn van de student om studie-uitval te voorkomen”, zegt Anja Rosner van NOA. “De Studievoortgangsmeter signaleert vroegtijdig studiebelemmeringen en maakt duidelijk of er extra ondersteuning nodig is. Dat is belangrijke input voor de begeleiders bij hun studievoortgangsgesprekken. Daarnaast is de Studievoortgangsmeter ook een reflectie- en contactmoment voor de student.” Anja Rosner: “Factoren die de test meet zijn niet alleen studievaardigheid en motivatie, maar ook belemmeringen als stress, faalangst en gebrek aan veiligheid. Zo krijg je een totaalbeeld van de student en zie je of er behoefte is aan ondersteuning en wat die zou moeten zijn.”
Bijzonder aan de Studievoortgangsmeter zijn de open vragen. Bij elk onderdeel wordt na de introductie gestart met een open vraag, geformuleerd vanuit een positieve invalshoek. Bij het thema competenties wordt bijvoorbeeld gevraagd: Waar ben jij goed in? Waar ben je het meest trots op? Waarin ben jij vooruitgegaan? En het thema veiligheid start met de vraag: Waar maak jij je zorgen over? Karin Stoffers: “De Studievoortgangsmeter kan onderwerpen in beeld brengen die anders niet snel op tafel komen. Zoals een van de leerlingen zei: ‘Soms speelt er iets waar je het eigenlijk wel over wil hebben, maar dan durf je het niet te zeggen, maar wel op te schrijven. Dat kan hiermee en dat vind ik erg fijn.’ Stoffers: “Dat is voor ons een enorme toegevoegde waarde, want dan kom je bij de knelpunten waar leerlingen mee worstelen. Daarom is het goed om ook tijdens de opleiding deze meting te doen, dat houdt ons alert. De scores zijn voor ons een waarschuwing, maar ze bieden ook een kans om problemen bespreekbaar te maken.”
De Studievoortgangsmeter kijkt naar een groot aantal aspecten. Het begint bij de studievaardigheden, kunnen leerlingen goed plannen of hebben ze daar misschien hulp bij nodig, begrijpen ze hoe de opleiding in elkaar zit enzovoorts. In de praktijk blijkt dat studenten vaak wel weten hoe het zit maar moeite hebben met de toepassing van die kennis, er is een discrepantie tussen denken en doen. De Studievoortgangsmeter brengt dat in kaart. Daarnaast is natuurlijk motivatie belangrijk, die vormt een goede indicator voor succes. Ook is het interessant om te monitoren of de motivatie tijdens de studie is veranderd en waarom. En als er motivatieproblemen zijn is het belangrijk te weten wat de oorzaak daarvan is. Heeft iemand misschien last van somberheid doordat het winter is? Of volgt hij of zij niet de juiste opleiding? Ook daarin geeft de Studievoortgangsmeter inzicht.
“Veiligheid is voor ons het belangrijkste aspect omdat dat van invloed is op studievaardigheid en motivatie”, zegt Karin Stoffers. “Veiligheid is de basisvoorwaarde om te slagen. We proberen dat constant bespreekbaar te maken. Hoe veilig voel je je op school en in de groepen? Maar ook de veiligheid thuis is heel belangrijk. Zijn daar problemen, bijvoorbeeld financiële problemen, dan kunnen die zwaar drukken terwijl je er liever niet over praat.”
Drenthe College is enthousiast over de pilot met de Studievoortgangsmeter. Karin Stoffers: “We krijgen uit de test een totaalbeeld, we kunnen zien wat heel goed gaat, maar ook waar ondersteuning nodig. Dat geeft ons een belangrijke ingang voor de gesprekken met de leerlingen. Met die informatie kun je het gesprek positief en gericht ingaan. Dat is een grote meerwaarde.”
De Studievoortgangsmeter is een zelfstandig instrument, maar kan ook worden ingezet als vervolg op de Startmeter. Die kijkt vooral naar competenties, motivatie, persoonlijkheid, beroepsinteresse en de studiesituatie, terwijl de Studievoortgangsmeter naast competenties en motivatie ook let op welzijnsfactoren zoals stress, faalangst en veiligheid. De Startmeter wordt toegepast bij het begin van de opleiding, de Studievoortgangsmeter in de loop van het eerste jaar of later.
Geïnteresseerd in de Studievoortgangsmeter? In verband met de coronacrisis biedt NOA een pilot aan voor 50% van de gebruikelijke kosten. Neem daarvoor contact op met Anja Rosner, accountmanager MBO, 020-5040800.